We praten met Margreet Teunissen, voorzitter van het niet-uitvoerend bestuur van De Nationale APF. ‘We zijn in 2018 vooral bezig geweest met de toekomst, dus 2019 en verder.’
We hadden natuurlijk gehoopt dat er in 2018 nieuwe klanten zouden zijn voor De Nationale APF. Dat nieuws bleef helaas uit.
‘In 2018 zat de markt niet echt mee. De rekenrente bleef laag en een beslissing over het nieuwe pensioenstelsel bleef uit. Veel pensioenfondsen wachtten af hoe dat eruit ging zien, voordat ze een besluit wilden nemen over hun eigen toekomst, zelfs al zijn ze met een oriëntatie daarop bezig. Dat soort trajecten kosten veel tijd; fondsen gaan daar heel zorgvuldig mee om. En dat is logisch, het gaat toch om tijd na het werkzame leven van je (oud-)medewerkers.’
De Nationale APF heeft toch niet stil gezeten in 2018. Wat hebben jullie wél bereikt?
‘We zijn bezig geweest met het optimaliseren van onze werkprocessen en ook het invoeren van nieuwe wet- en regelgeving heeft aandacht gevraagd. Daarnaast hebben we veel tijd gestoken in aanvragen van potentiële nieuwe klanten, zogenaamde requests for proposal. Bij de publicatie van dit verkort jaarverslag halverwege 2019 weten we in elk geval dat dát resultaat heeft: er zijn inmiddels intentieverklaringen getekend met fondsen die willen toetreden tot De Nationale APF.’
Hoe kijk je naar de verdere toekomst van De Nationale APF?
‘Het feit dat naar verwachting de rente en de rekenrente voor pensioenfondsen laag blijven, leidt ertoe dat veel fondsen in een financieel minder rooskleurige situatie zullen blijven. Dat kan dan weer de prikkel zijn om besluiten te gaan nemen over de toekomst. In combinatie met de ontwikkelingen rond het nieuwe pensioenstelsel, verwacht ik dat de markt vanaf nu de komende jaren weer gaat bewegen. En daar zijn wij prima op voorbereid, we kunnen daarin juist die flexibiliteit bieden die een ‘gewoon’ pensioenfonds niet heeft. We zien de toekomst met vertrouwen tegemoet.’