Feiten en opinie.

“Ik sta graag met mijn voeten in de klei”

Roel Knol gaat zich bij De Nationale APF bezig houden met vermogensbeheer, business development en relatiebeheer van de Belanghebbendenorganen. Over de eerste weken op zijn nieuwe stek zegt hij: “Ik ben onder de indruk van alles wat er op me af komt. De Nationale APF is heel professioneel en gestructureerd ingericht. Uw pensioen is hier in goede handen.”

Over zijn carrièreswitch

“De eerste helft van mijn carrière was ik aandelenbelegger. In de loop der tijd kreeg ik meer institutionele fondsen in mijn portefeuille. Daarna ging ik meer richting accountmanagement en business development. Toen ik bij mijn laatste werkgever Robeco wegging, kwam ik met Margreet Teunissen, de bestuursvoorzitter van De Nationale APF, in gesprek. Vroeger ging je aan het eind van je carrière nog een aantal jaren ‘mee’ als pensioenfondsbestuurder. Toen was het beeld dat die wereld vooral erg stoffig was. De laatste 10 tot 15 jaar is er een enorme dynamiek ontstaan bij pensioenfondsen. Juist het uitvoerende bestuur waarvoor De Nationale APF iemand zocht, sprak me aan. Ik sta graag met mijn voeten in de klei.”

Over De Nationale APF

“Balansmanagement, dus wat ik vroeger deed, leek me altijd de ultieme vorm van dienstverlening. Van dat idee ben ik nu genezen. Een apf levert de overtreffende trap. Daarmee ontzorg je pensioenfondsen pas echt. Voor veel ondernemingen is het ergens anders onderbrengen van hun pensioenregeling een beetje als het te vondeling leggen van een kind. Heel veel partijen zijn er heel erg aan gehecht en je wil het niet zo maar opgeven. Je wil zeker weten dat de partij die jouw pensioenfonds gaat beheren dat goed doet. Daar ben ik bij De Nationale APF van overtuigd. Uw pensioen is hier in goede handen.”

Over Roel

“Ik ben 58 jaar, getrouwd en ik heb twee kinderen die al de deur uit zijn. In mijn vrije tijd golf ik graag. Ook kom ik wel eens bij de sportschool. Verder ‘rommel’ ik wat in de tuin. Tot voor kort was ik penningmeester van stichting ‘Nu voor Later’. Als straks het stof van de nieuwe functie is neergedaald wil ik weer vrijwilligerswerk gaan doen. Ik heb ervaren hoe hard er wordt gewerkt in de vrijwilligerswereld. De vrijwilligers hebben vaak heel veel kennis van de problematieken van de mensen waar ze mee te maken hebben. Van bestuurlijke en financiële zaken hebben ze meestal minder kaas gegeten. Laat daar nou net mijn talent liggen. Ik kan daar écht iets bijdragen.”