Over vier jaar wil algemeen pensioenfonds De Nationale tien keer zo groot zijn. De markt is er, ziet voorzitter Margreet Teunissen. ‘Het traject van een eigen fonds naar een apf kost zomaar twee en een half jaar.’
Gezamenlijk zitten ze aan tafel in het nieuwe onderkomen van De Nationale APF: één ruim kantoor in een van de flats vlakbij de Amsterdam Arena. Margreet Teunissen is voorzitter van het bestuur van het apf. Wim Brandse was voorzitter van het gesloten pensioenfonds van Unisys Nederland en is nu voorzitter van het belanghebbenden-orgaan van de ‘single client kring’ van Unisys bij De Nationale.
‘Het is wel even wennen om niet meer aan het stuur te zitten’, zegt Brandse, die het tijdens het gesprek herhaaldelijk over ‘loslaten’ heeft. Unisys ging op 1 januari van dit jaar over naar De Nationale APF, als een van de eerste pensioenfondsen in Nederland. Het voltallige bestuur van het oude fonds nam zitting in het belanghebbenden-orgaan van de kring. ‘Je houdt de behoefte om mee te beslissen, maar we gaan er niet meer over.’
Unisys is nu een van drie fondsen bij De Nationale met een eigen kring (de anderen zijn McCain en AFM). Daarnaast zijn er twee ‘multi-client’ kringen, waarin in principe meerdere fondsen hun vermogen delen: één voor dc en één voor db. Het totaal belegd vermogen van De Nationale bedraagt €1 mrd. Volgens
Teunissen is het apf daarmee de fase van start-up voorbij. Het is nu op weg naar volwassenheid. Het doel is €10 mrd belegd vermogen in 2022, maar al vanaf zo’n €5 mrd moet het apf quitte kunnen spelen. ‘Daarop is onze business case gebaseerd’, zegt Teunissen. ‘Al klinkt dat raar in pensioenland, want we zijn er niet om winst te maken. Maar we concurreren wel met verzekeraars, op kwaliteit, prijs en keuzes.’
Renteafdekking
Teunissen vindt de groeiverwachtingen voor het apf realistisch. Zij schat de markt voor apf’en – die voorlopig bestaat uit ondernemingspensioenfondsen die ermee willen stoppen – op zo’n €65 mrd. Na het vertrek van de apf’en van PGGM en Delta Lloyd zijn er nog maar vier spelers in de markt.
Teunissen: ‘En je weet niet wat er allemaal nog voor mogelijkheden komen als er straks een nieuw stelsel is.’ De kans dat er nog veel nieuwe apf’en bij komen, acht ze niet zo groot. ‘Partijen zien op tegen de garantstelling en het vergunningentraject. Dat laatste is ook heel intensief. De toezichthouder heeft de lat echt behoorlijk hoog gelegd. Daarom ben ik ook zo blij met het compliment dat we bij het recente onderzoek van DNB hebben gekregen. Dat onze organisatie zo professioneel is en de tarieven transparant.’
Maar Teunissen moet ook constateren dat de overgang naar een apf voor ondernemingspensioenfondsen nog niet zo eenvoudig is. ‘We hadden bij de start het idee dat er echt een grote groep fondsen tegen de deur stond te duwen. Dat is ook wel zo. Alleen duurt het hele traject toch wel langer dan we hadden gedacht. Van idee naar overstap ben je zo twee en een half jaar bezig.’
Bij het Unisys Pensioenfonds lag het bijna omgekeerd. Dat had de keuze voor een apf al gemaakt, maar moest wachten tot er daadwerkelijk voldoende kandidaten waren met een licentie. Uiteindelijk deed het fonds uitvraag bij drie apf’en. De keuze viel op De Nationale. ‘We hadden wel wat eisen, waardoor er eigenlijk al direct een kandidaat afviel’, zegt Brandse. ‘We wilden ons eigen renteafdekkingsbeleid handhaven, we wilden vasthouden aan onze ‘investment beliefs’ en we wilden met onze bestaande portefeuille over. Bij De Nationale APF hebben we op veel punten onze zin gekregen.’
Losgezongen
Ook Unisys merkte dat de overgang naar een apf wel wat voeten in de aarde heeft. ‘We dachten eerst dat je alles als bestuur wel zelf op kunt lossen met een commissie’, zegt Brandse. ‘Maar als je dan in de weer gaat met een request for information en een request for proposal merk je dat het toch zeer gespecialiseerde materie is. Daar heb je echt expertise van buitenaf bij nodig. Dus die hebben we er bijgehaald.’
Wat vooraf als grootste struikelblok bij de overgang naar het apf werd gezien, viel in de praktijk reuze mee. Brandse: ‘Wij dachten dat onze illiquide beleggingen een probleem zouden zijn; dat het heel veel geld zou kosten om die van de hand te doen. Dan was het allemaal niet doorgegaan. Maar uiteindelijk heeft de hele overgang van ons vermogen ons iets meer dan €100.000 gekost, extreem weinig. Mede dankzij de medewerking van de vermogensbeheerders, ook onze oude, dat moet ik er wel bij zeggen.’
Unisys heeft een eigen kring binnen De Nationale APF. Dat was vanaf het begin de wens. Een belangrijke reden is het feit dat het Nederlandse pensioenvermogen bij de Amerikaanse moeder op de balans staat. Het vermogen samenbrengen met andere fondsen was geen optie. Maar ook de band met de deelnemer zou beter blijven met een eigen kring. Hoewel dat laatste vooral het gevoel van het bestuur was. Brandse: ‘Wij willen niet losgezongen raken van de deelnemer, die een eigen fonds gewend is. Maar bij de deelnemers staat toch bovenaan hoeveel pensioen ze krijgen. Of dat via een eigen fonds is of via een apf; de meeste mensen zien het verschil niet.’
Persoonlijk
Met een vermogen van €485 mln is Unisys groot genoeg voor een eigen kring. Hoewel het volgens Teunissen geen harde ondergrens is, is voor een eigen pensioenkring toch wel een vermogen nodig van rond de €300 mln. ‘Het hangt natuurlijk ook af van de populatie en het soort regeling, maar als het vermogen veel lager is, heb je met een multi-client kring meer mogelijkheden.’
Maar een multi-client kring waarin meerdere opf’en hun vermogen delen is nog niet zo eenvoudig samen te stellen, merkt De Nationale. ‘De regelingen en de leeftijdsopbouw van de deelnemers moeten wel bij elkaar passen’, zegt Teunissen. ‘En de dekkingsgraad speelt natuurlijk een rol’, vult Brandse aan. ‘Wij hebben expliciet laten opnemen dat we ook andere partijen in onze kring kunnen opnemen, maar onze dekkingsgraad is 112%, daar moet een ander fonds dan niet heel ver vandaan zitten. Wij hebben onze regeling al behoorlijk vereenvoudigd bij de overstap naar het apf. Dat kan niet anders, de essentie van een apf is dat het lean & mean is. We hebben alle exotische regelingen afgeschaft, op één na.’
In de startfase probeerde elk apf zich zoveel mogelijk met een eigen profiel te onderscheiden. In de praktijk deden ze toch veel concessies om de eerste pensioenfondsen als klant binnen te halen. Teunissen: 'We hebben een duidelijke visie, maar je bepaalt samen met de klant waar je uitkomt. Je moet je overtuigingen niet direct in beton gieten. En het moet ook matchen op persoonlijk niveau.’
Eén bestuurslaag
Toch staat De Nationale zich wel voor op een eigen signatuur. ‘Wij hebben er bewust voor gekozen om bij elke kring het oude bestuur te vragen voor het belanghebbendenorgaan. Zo organiseer je je eigen countervailing power. En hoewel je als apf zoveel mogelijk wilt standaardiseren, proberen we daarbinnen maatwerk te leveren. Maar we willen vooral onderscheidend zijn met ons type bestuur.’
De Nationale APF, opgericht door AZL en NN IP, heeft een one-tier board die uit onafhankelijke professionele bestuurders bestaat. Teunissen: ‘Tot nu toe werkt dat erg goed. Het voordeel is dat je alleen met professionals aan tafel zit. In de startupfase speelt daarbij mee dat je snel wilt kunnen schakelen. Dan is het handig als uitvoerend en niet-uitvoerend bestuurders nauw met elkaar in contact staan, dat er één bestuurslaag is voor het nemen van beleidsbeslissingen.’
‘Voor ons was dat onafhankelijke model ook aantrekkelijk’, zegt Brandse. ‘Wij willen geen gedwongen winkelnering bij de oprichters en bij voorkeur een grote afstand tot de oprichters. Het bestuur van het apf moet zelf de beslissingen nemen.’
Aanloopkosten
Voor de oud-Unisys-bestuurders is het zoeken naar een nieuwe invulling. ‘Wij hebben nu de rol die het verantwoordingsorgaan bij ons oude fonds had. Ik kan me voorstellen dat het voor het bestuur best lastig is dat wij allemaal ex-bestuurders zijn met een behoorlijk kennisniveau en behoorlijk wat ervaring. Onze eerste vergadering met het bestuur verliep bijvoorbeeld heel anders dan onze eigen vergaderingen met het verantwoordingsorgaan. Dat deden we altijd heel gestructureerd, met alle stukken ruimschoots van tevoren voor iedereen beschikbaar. Dat ging de eerste keer bij De Nationale, nou ja, iets anders. En daar vinden we dan wat van.’
Teunissen (lachend); ‘Ja, dat was voor ons even zoeken. Logisch, de eerste keer.'
Brandse: ‘Maar de tweede keer liep het veel beter.’
Belangrijke overweging voor Unisys om over te stappen naar het apf was de governance. Het gesloten fonds had steeds meer moeite om goede bestuurders te vinden. Maar uiteraard spelen de kosten ook een rol. Brandse: ‘Onze totale administratiekosten bedroegen €850.000. Nu zitten we op €400.000. We hebben natuurlijk wel een heel goede deal kunnen sluiten.’
Dat beaamt Teunissen. ‘Dat is het voordeel van de first movers. Die hebben een goede onderhandelingspositie.’ Doordat de oprichtende partijen de aanloopkosten van het apf voor hun rekening nemen, draait het apf voor de eerste kringen op verlies. ‘Maar dat is een kwestie van tijd. Het is puur een schaalkwestie. Hoe groter we worden, hoe lager de kosten. En dat is natuurlijk ook een argument richting potentiële klanten.’
De single client kring is bij de apf’en nu de populairste variant. Het pensioenfonds gaat dan over met zijn eigen regeling en zijn eigen vermogen. De verwachting is dat op termijn het aantal werkgevers in multi-client kringen zal groeien. Kleinere pensioenfondsen hebben te weinig vermogen om tegen aanvaardbare kosten een eigen kring te hebben. Maar Teunissen verwacht ook dat single client kringen wellicht zullen samengaan. ‘De eerste stap naar het apf is best groot, maar op termijn zal je toch zien dat meer kringen naar elkaar toegroeien. Omdat regelingen op elkaar gaan lijken en omdat het poolen van beleggingen voordelen biedt.’
Bron: PensioenPro, Foto: Peter Strelitski