Onderbouwing evenwichtigheid

Goed om te weten

In de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel kan onder voorwaarden worden afgeweken van het reguliere toeslagbeleid en daardoor versoepelde toeslagregels worden toegepast. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat sociale partners de intentie moeten hebben om in te varen in het nieuwe pensioenstel. Niet alle sociale partners van Kring A hebben echter aangegeven die op dit moment te kunnen geven. Daarom is voor dit jaar voor de toeslagverlening 2024 voor Kring A geen gebruik gemaakt van de versoepelde toeslagregels.
Wel kan een toeslag verleend worden onder het reguliere toeslagbeleid van Kring A. Dit wordt hieronder toegelicht.

Verhogingen op basis van het toeslagbeleid Kring A

Kring A voert een voorwaardelijk toeslagenbeleid, waarbij de opgebouwde en ingegane pensioenen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd op basis van de ontwikkeling van het door het CBS gepubliceerde prijsindexcijfer (prijsinflatie). Hierbij wordt gekeken naar de maand september 2023 ten opzichte van september 2022.

Om de voorwaardelijke toeslag te kunnen verlenen moet Kring A aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • de beleidsdekkingsgraad van Kring A is hoger dan 110%, en
  • de verleende toeslag is naar verwachting ook in de toekomst mogelijk.

Als de beleidsdekkingsgraad hoger dan de grens voor toekomstbestendig verhogen, mag de volledige toeslag gegeven worden. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan deze grens, maar hoger dan 110%, dan mag gedeeltelijk geïndexeerd worden. De prijsindex waarop de verhoging voor 1 januari 2024 op gebaseerd moet worden is laag, namelijk 0,21%.

Kring A heeft eind september 2023 een beleidsdekkingsgraad van 120,3%. Deze is daarmee hoger dan de toeslaggrens van 110%. De grens voor toekomstbestendig verhogen ligt op 127,4%. Op basis van de prijsindex kan daarmee een (zeer) lage verhoging worden gegeven van 0,07%.

De verhoging geldt voor iedereen en niet alleen de deelnemer die geen pensioen meer opbouwen

Het CBS heeft dit jaar een wijziging doorgevoerd om het prijsindexcijfer beter vast te stellen. De grote schommelingen in de prijsindex werden veroorzaakt door de grote bewegingen in de energieprijzen voor nieuwe contracten. Dit is door het CBS aangepast door nu met gemiddelde tarieven van energiecontracten te werken in plaats van alleen met tarieven van nieuwe contracten. Het bestuur van ons fonds heeft besloten deze aanpassing niet alleen voor 2023, maar ook voor 2022 toe te passen. Immers, het CBS geeft aan dat de oude indexatiemethodiek vorig jaar tot een te hoog prijsindexcijfer heeft geleid. Als gevolg daarvan komt het prijsindexcijfer dit jaar te laag uit. Door uit te gaan van het herrekende prijsindexcijfer is de toeslag die we per 1 januari 2024 kunnen geven hoger dan als we waren uitgegaan van alleen de wijziging per 2023.

Gebruikmakend van de herrekende prijsindex betekent dit dat voor de deelnemers binnen Kring A een toeslag verleend kan worden ter hoogte van 2,39% in plaats van 0,05% op basis van de reguliere prijsindex.

Met het toepassen van de herrekende prijsindex voor 2022 is gebleken dat de toeslagverlening per 1 januari 2023 te hoog is geweest. De te veel toegekende toeslag per 1 januari 2023 hebben wij verrekend met de toeslag die u per 1 januari 2024 krijgt. Hiermee passen de per 1 januari 2023 en 1 januari 2024 verleende toeslagen binnen de fiscale ruimte. Dit is door de fiscus getoetst en akkoord bevonden.

Onderbouwing evenwichtigheid verhoging vanwege toepassing herrekende Prijsindex

We hebben berekend wat het effect is van de toepassing van het herrekende prijsindexcijfer op het pensioenresultaat na 60 jaar voor de verschillende leeftijden. De verhoging van de toeslag heeft twee effecten:

  • Enerzijds neemt het pensioenresultaat toe door de hogere toeslag van het pensioen in 2024;
  • Anderzijds wordt de dekkingsgraad door de verhoging wat lager. Daardoor worden de verhogingen naar de toekomst toe naar verwachting iets lager voor alle deelnemers.

De oranje blokken in onderstaande grafiek (linker-as) geven het effect weer op het pensioenresultaat van de extra verhoging door het herrekende prijsindexcijfer. De blauwe lijn (rechter-as) geeft de verdeling weer van de populatie. 95% bevindt zich in de geboortejaren vanaf 1930-1989. De resultaten variëren daar van +1,2% tot -0,4%. De gepensioneerden zien hun pensioenresultaat wat toenemen door de verhoogde toeslag. De deelnemers en oud-deelnemers geboren na 1960 hebben een wat lager verwacht pensioenresultaat, wat veroorzaakt wordt door de lagere dekkingsgraad als gevolg van de verhoogde toeslag en daarmee de wat lagere verwachte toekomstige pensioenverhogingen. De effecten op het pensioenresultaat zijn beperkt. De uitkomsten naar leeftijd en naar de verschillende groepen (deelnemers, oud-deelnemers en gepensioneerden) zijn dus evenwichtig te noemen.

 



Dit betreft de hele populatie

Onze conclusie

Vorig jaar heeft het bestuur besloten de pensioenen te verhogen met 2,42% per 1 juli 2022 en met 7,31% per 1 januari 2023. De pensioenen zijn daarmee in totaal met 9,91% verhoogd. Daarmee is niet de volledige prijsinflatie gecompenseerd. Omdat het CBS de wijze waarom de prijsindex heeft aangepast, acht het bestuur het correct om de prijsindex dit jaar hiervoor te corrigeren. Daarbij is rekening gehouden met de gegeven toeslag vorig jaar. Het bestuur concludeert op basis van de gemaakte doorrekeningen dat de verhoogde toeslag als gevolg van de herrekening van het prijsindexcijfer evenwichtig is.