Goed om te weten
Kring ANWB voert een voorwaardelijk toeslagenbeleid, waarbij de opgebouwde en ingegane pensioenen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd op basis van de ontwikkeling van het door het CBS gepubliceerde prijsindexcijfer (prijsinflatie). Hierbij wordt gekeken naar de maand september 2023 ten opzichte van september 2022. De dekkingsgraad moet ten minste 110% zijn. Op basis van die gegevens en voorwaarden kan er per 1 januari 2024 geen toeslag worden gegeven.
Het CBS heeft dit jaar een wijziging doorgevoerd om het prijsindexcijfer beter vast te stellen. De grote schommelingen in de prijsindex werden veroorzaakt door de grote bewegingen in de energieprijzen voor nieuwe contracten. Dit is door het CBS aangepast door nu met gemiddelde tarieven van energiecontracten te werken in plaats van alleen met tarieven van nieuwe contracten. Het bestuur van ons fonds heeft besloten deze aanpassing niet alleen voor 2023, maar ook voor 2022 toe te passen. Immers, het CBS geeft aan dat de oude indexatiemethodiek vorig jaar tot een te hoog prijsindexcijfer heeft geleid. Als gevolg daarvan komt het prijsindexcijfer dit jaar te laag uit. Door uit te gaan van het herrekende prijsindexcijfer is de toeslag die we per 1 januari 2024 kunnen geven hoger dan als we waren uitgegaan van alleen de wijziging per 2023.
Bij het toepassen van de herrekende prijsindex voor 2022 is ook gekeken of de toeslagverlening per 1 januari 2023 te hoog is geweest. Dit was niet het geval. Hiermee passen de per 1 januari 2023 en 1 januari 2024 verleende toeslagen binnen de fiscale ruimte. Dit is door de fiscus getoetst en akkoord bevonden.
Daarnaast is het net als vorig jaar mogelijk om gebruik te maken van de versoepeling van de regels.
Dit tezamen maakt dat het toch mogelijk is om de pensioenen met een toeslag te verhogen.
Voordelen en nadelen voor iedereen op een rijtje
Het bestuur moet een evenwichtig besluit nemen. Dat betekent dat we de voor- en nadelen voor iedereen die in uw kring pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of krijgt uitgekeerd meenemen bij het nemen van een besluit. De gevolgen van de verhoging heeft het bestuur op een rijtje gezet.
Hoe heeft het bestuur dit gedaan?
Het bestuur heeft voor iedereen gekeken naar de gevolgen van de verhoging. Want als we nu een toeslag geven, daalt onze dekkingsgraad. En dat heeft mogelijk gevolgen voor iedereen. Met iedereen bedoelen we:
- iedereen die bij ons pensioen opbouwt
- iedereen die in het verleden bij ons opbouwde en dit heeft laten staan
- iedereen die al pensioen van ons krijgt.
Die gevolgen kunnen per leeftijdsgroep verschillen. Daar heeft het bestuur rekening mee gehouden. Zo zorgt het bestuur ervoor dat de toeslagverlening evenwichtig is.
Onderbouwing evenwichtigheid verhoging
Eenzelfde verhoging op hetzelfde moment
We zijn evenwichtig in het moment en de hoogte van de verhoging. Iedereen krijgt op hetzelfde moment een even hoge verhoging. Voor iedereen die pensioen opbouwt of in het verleden opbouwde, houden we rekening met de verhoging. Iedereen die al pensioen krijgt, merkt dit direct in zijn portemonnee.
Invloed van verhoging op verhuizing naar nieuw pensioenstelsel
Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel verdelen we het pensioenvermogen in de kring over iedereen. Er is daarom doorgerekend wat de verwachte invloed is van de verhoging op de verdeling van het pensioenvermogen bij de verhuizing naar een pensioenregeling in het nieuwe pensioenstelsel. De uiteindelijke invloed hangt ook af van de economische ontwikkelingen tot het moment waarop we overgaan naar de nieuwe pensioenregeling in het nieuwe pensioenstelsel.
We zien twee invloeden van de verhoging bij de verhuizing naar een pensioenregeling in het nieuwe pensioenstelsel:
- Tot het moment van de verhuizing naar het vernieuwde pensioenstelsel keren we een hoger bedrag aan pensioenen uit. Daardoor wordt het totale beschikbare vermogen (iets) lager. Gepensioneerden krijgen door de tussentijdse verhoging een hoger pensioenbedrag. Zij merken direct voordeel van de verhoging. Voor iedereen die nog pensioen opbouwt of in het verleden opbouwde is er een negatieve invloed omdat het totale beschikbare vermogen (iets) daalt.
- De verhouding tussen het opgebouwde pensioen en de pensioenrechten op het moment van de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel verandert. Dat komt omdat de verhoging geldt voor het pensioen dat tot dat moment opgebouwd is.
- Voor gepensioneerden geldt de verhoging over het pensioenbedrag, het opgebouwde pensioen.
- Voor iedereen die nog opbouwt geldt de verhoging alleen op het bedrag dat tot dat moment is opgebouwd, de pensioenrechten.
- Binnen het totale beschikbare vermogen neemt het aandeel van het te verdelen vermogen van de gepensioneerden toe en daardoor neemt het aandeel van het te verdelen vermogen voor diegenen die nog opbouwen licht af.
Invloed van verhoging Kring ANWB
Voor kring ANWB is op basis van het prijsindexcijfer een verhoging in 2024 mogelijk van maximaal 5,25%. In onderstaande grafiek is de wijziging van het vermogen na verhuizen (invaren) naar het nieuwe pensioenstelsel weergegeven voor de verschillende geboortejaren na verschillende verhogingen (linkeras):
- de blauwe lijn geeft het effect weer op het vermogen na verhuizen, als we het prijsindexcijfer aanpassen, maar nog wel uitgaan van de huidige (FTK) spelregels. De toeslag bedraagt dan 0,88%;
- de groene lijn geeft het effect weer op het vermogen na verhuizen, als we het prijsindexcijfer aanpassen, en daarnaast uitgaan van de versoepelde (AMvB) spelregels. De maximaal mogelijke toeslag bedraagt dan 5,25%.
De gele lijn geeft weer hoe het vermogen is verdeeld naar leeftijd (rechteras).
Gevolgen in verschillende leeftijdscategorieën:
- Deelnemers geboren na 1958 gaan er qua invaarvermogen op achteruit.
- Deelnemers geboren voor 1958 gaan er op vooruit.
Door de verhogingen verschuift er dus vermogen van de jongere deelnemers naar de oudere deelnemers. Bij de oudere deelnemers neemt de positieve invloed toe met de leeftijd. De hoge leeftijden hebben echter slechts een klein aandeel in het vermogen. De effecten voor de overige deelnemers zijn redelijk stabiel over de verschillende leeftijden. Dat geldt zowel voor de deelnemers die nog pensioen opbouwen als voor de deelnemers die dat niet meer doen. Er is verder sprake van beperkte tot geen generatie-effecten binnen de groepen.
Verantwoorde verhoging in 2024
Voor 2024 is de wettelijk mogelijke verhoging dusdanig hoog dat de dekkingsgraad per eind november zou dalen naar 112,0%. We hebben het afgelopen jaar gezien dat de dekkingsgraad heel snel gestegen is, maar ook weer snel kan dalen. De kans bestaat dan dat er straks niet voldoende vermogen is om over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel.
Voor 2024 wordt daarom uitgegaan van een lagere verhoging van 2,93%. Deze verhoging is evenwichtig voor alle groepen deelnemers want:
- De dekkingsgraad per eind november wordt na deze verhoging 114,5% en blijft daarmee op voldoende niveau. Daarmee is de kans op een toekomstige verlaging of te weinig vermogen om over te gaan op het nieuwe pensioenstelsel beperkt.
- Ondanks de lagere verhoging verschuift er nog steeds vermogen van de deelnemers en oud-deelnemers naar de gepensioneerden. Dit effect wordt meegenomen in het beoordelen van de evenwichtigheid van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Onze conclusie
Als we kijken naar de invloed nu en in de toekomst dan is het bestuur tot de conclusie gekomen dat de voor- en nadelen van de verhoging van 2,93% voor de verschillende groepen evenwichtig zijn. De invloed van deze verhogingen neemt het bestuur mee in toekomstige besluiten rondom de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel.
Wilt u meer informatie hierover? Neem dan contact met ons op.