'De parallel tussen werken tijdens de coronacrisis en werken bij het belanghebbendenorgaan: we regelen het op afstand'
Voorzitter Florens Voogd over 2019 en 2020
Een van de uitdagingen voor het belanghebbendenorgaan van AFM in 2019 was het vinden van de balans tussen afstand en betrokkenheid. Florens vertelt: ‘Bij het oude fonds waren veel van ons bestuurders en zaten we overal veel dichter op. Nu moeten we onze weg vinden in het houden van de juiste afstand. Waar moeten we ons wel of niet mee bemoeien en, minstens zo belangrijk, waar wíllen we ons juist meer mee bemoeien.
Sommige dingen staan heel duidelijk beschreven in bijvoorbeeld de statuten of de wetgeving. Over het grijze gebied en de actualiteiten heb ik maandelijks een overleg met een uitvoerend bestuurder. Dat gaat in een hele prettige, open sfeer.’
Herstelplan
Gevraagd naar de belangrijkste ontwikkelingen in 2019 heeft Florens wel een lijstje in zijn hoofd. ‘We hebben als kring bij De Nationale APF en ook daarvoor als pensioenfonds al een behoorlijke tijd een te lage dekkingsgraad. Dat betekent dat we elk jaar een herstelplan moeten indienen bij De Nederlandsche Bank, waarin we beschrijven hoe we ervoor gaan zorgen dat we die dekkingsgraad binnen 10 jaar weer op peil krijgen. In lijn daarmee ligt natuurlijk de discussie met het bestuur over het beleggingsbeleid. Hoeveel risico wil je nemen, welke risico’s dek je af en welke rendementen mag je verwachten. Wat is de benchmark? De Nationale APF kiest ervoor om zoveel mogelijk vast te houden aan het bestaande beleid en monitort nauwgezet wanneer we eventueel andere keuzes moeten maken.’
Wat vindt de deelnemer er eigenlijk van?
Florens lacht: ‘Die vraag zou ik aan iedereen willen stellen als het om zijn pensioen en zijn pensioenfonds gaat. Omdat verschillende leden van het belanghebbendenorgaan veel op kantoor zijn bij de werkgever, spreken deelnemers ons gelukkig regelmatig aan met vragen of suggesties. Zo vertelde een collega dat hij had ingelogd in het deelnemersportaal, maar dat er ineens geen aanspraken in stonden. Dat kan natuurlijk niet kloppen: dat soort situaties bespreek ik met de uitvoerend bestuurder, die het uitzoekt en oplost. Hoe meer het bestuur en het belanghebbendenorgaan dit soort voorbeelden ontvangen, hoe beter het bestuur en het belanghebbendenorgaan hun werk kunnen doen. Niet alleen van onze collega’s, maar ook van onze oud-collega’s en gepensioneerden. We overleggen met het uitvoerend bestuur of we in 2020 een deelnemerstevredenheidsonderzoek kunnen laten uitvoeren, zodat we in beeld krijgen hoe we nog beter bij de behoeften van de mensen in onze kring kunnen aansluiten.
Worstelen met de lage rente
Als het over 2020 gaat, is de Coronacrisis natuurlijk het eerste dat boven komt. ‘De Coronacrisis is met name een gespreksonderwerp voor het bestuur. Natuurlijk houden we de vinger aan de pols, maar het bestuur neemt in eerste instantie de uiteindelijke (beleids)beslissingen. Ook hier zoeken we de juiste afstand’, legt Florens uit. ‘Bij andere onderwerpen zijn we nauwer betrokken. Neem het besluit dat het opbouwpercentage voor 2020 omlaag ging. De afgelopen jaren was daar geen sprake van, omdat we kosten bespaarden door de overgang naar De Nationale APF, maar nu kon het niet meer anders. Het is een gevolg van de manier waarop we onze pensioenregeling financieren: de werkgevers en ondernemingsraad spreken een premie af en vervolgens rekent het pensioenfonds uit hoeveel pensioen daarvoor kan worden toegekend. In deze tijd waarin de rente laag is, zijn pensioenen duur. Mede daardoor kunnen we helaas niet de (volledige) opbouw toekennen. We zijn daarin overigens geen uitzondering, heel veel pensioenfondsen worstelen met de lage rente.’
Zwaard van Damocles
En dan hangt er ook nog een verlaging van de pensioenen in de lucht, zo lieten jullie in het tweede kwartaal aan de deelnemers weten. ‘Tja’, zegt Florens. ‘Natuurlijk komen we liever met een positievere boodschap, maar we willen natuurlijk eerlijk zijn. We zijn een klein fonds met gemiddeld veel jonge deelnemers. Dat betekent dat we hard worden geraakt door de lage rente. Een groot deel van de pensioenen komt pas over lange tijd tot uitkering. De dekkingsgraad die we nu zien, past binnen de modellen van het herstelplan, maar dat zijn vooral momentopnames. De kans op een verlaging is heel reëel. Liever nu te vroeg informeren en straks kunnen zeggen dat een verlaging toch (nog) niet nodig is, dan onze deelnemers straks voor onaangename verrassingen stellen.’
Wat je zelf kunt regelen heb je ook zelf in de hand
Dat leidt tot de vraag wat je als deelnemer kunt doen om die pijn te verzachten. ‘Soms vragen collega’s mij wel eens wat ze met hun pensioen moeten doen’, aldus Florens. ‘Ik vertel dan altijd: zoek voldoende informatie, zodat je je situatie begrijpt en weet welke mogelijkheden er voor jou zijn. Denk verder dan alleen maar je pensioen. Kijk ook naar je hypotheek, naar studerende kinderen en bijvoorbeeld naar een eventueel pensioengat. Heb je de financiële mogelijkheden? Overweeg dat gat dan af te dekken, bijvoorbeeld door extra af te lossen, te sparen of te beleggen. Probeer een inschatting te maken van wat er op je af komt, en laat je niet afschrikken doordat je niet alles weet. Zeker niet nu er een pensioenstelselwijziging op ons af komt en de onduidelijkheid daarover. Kijk vooral wat je zélf kunt doen. En vertel ons wat je daarbij nodig hebt, dan weten wij hoe we beter kunnen helpen.’