Eliena van der Velde over het eerste jaar bij het Belanghebbendenorgaan
Eliena van der Velde is sinds 6 april 2020 voorzitter van het Belanghebbendenorgaan (BO) van Kring M, de kring waarin de pensioenregeling van Unigarant is ondergebracht. Eliena zit namens de werkgever in het BO.
Eliena heeft genoeg bestuurlijke ervaring. Zo was zij jarenlang bestuurslid van Pensioenfonds ANWB. We vroegen naar haar eerste ervaringen bij het BO, hoe het BO functioneert en wat zij van de toekomst verwacht.
‘Ik zat al namens de deelnemers in het bestuur van Pensioenfonds ANWB. Dat pensioenfonds is nu in liquidatie. Sinds 1 januari is alles ondergebracht bij De Nationale APF. Ik werk zelf voor Unigarant, het verzekeringsbedrijf van de ANWB.
Ik wilde zelf graag in het BO, omdat je dan echt iets kan betekenen voor de deelnemers. Al moet ik er wel bij zeggen dat ik officieel de werkgever vertegenwoordig in het BO. Maar uiteindelijk moeten we allemaal de belangen van alle partijen in het oog houden: de actieve deelnemers, de slapers (oud-deelnemers), de gepensioneerde deelnemers én de werkgever. Samen moeten we binnen het BO tot een gezamenlijk standpunt zien te komen.
Het leek mij ook leuk om gelijk maar voorzitter van het BO te worden. Dat is voor mij een nieuwe rol, heel spannend. We zijn ruim een jaar bezig. Alles valt nu op z’n plaats.’
‘Wij stellen kritische vragen als de belangen van de deelnemers in het geding zijn’
‘Maar het was in het begin best wel zoeken. Je moet elkaar leren kennen, maar ook je eigen rol en bevoegdheden. Een opleidingsochtend met een deskundige heeft ons hierbij enorm geholpen. Ik was bestuurder van het pensioenfonds, net als een aantal andere leden van het BO. Nu zitten we in een totaal andere - meer controlerende - rol. We bekijken of het bestuur van De Nationale APF zijn werk goed doet. We kijken daarbij vooral of de belangen van de deelnemers niet worden geschaad door beslissingen die het bestuur neemt. Als wij het idee hebben dat dat risico speelt, stellen wij kritische vragen aan het bestuur. Of we bieden een alternatieve oplossing aan.
Zo’n eerste jaar is natuurlijk altijd hectisch en spannend. In het begin waren we vooral bezig met het afronden van de overgang naar De Nationale APF. Je wilt dat alles goed geregeld is voor de deelnemers. Uit onderzoek bleek dat veel deelnemers een eigen pensioenfonds erg fijn vonden. We moesten - en moeten - hen dus overtuigen: de overgang naar De Nationale APF is voor jullie niet ongunstig. Het in stand houden van ons eigen fonds had op langere termijn geen toekomst meer. Zo eerlijk moet je durven zijn.’
‘Eind 2020 liepen de bestaande premieafspraken af, dus extra druk op de ketel’
‘Daar kwam de coronacrisis nog eens bij. Bovendien liepen de premieafspraken met de werkgever eind 2020 af. Er moesten dus nieuwe afspraken worden gemaakt. Dat was een intensief en tijdrovend traject. Het BO heef goedkeuringsrecht over de premie en de financiering van de pensioenregeling. Dus we moesten goed naar alle belangen kijken.
Uiteindelijk is gekozen voor een afspraak met een looptijd van 1 jaar; dat was de wens van de sociale partners. De sociale partners zijn nu druk met een nieuwe pensioenregeling die op 1 januari 2022 moet ingaan. Die pensioenregeling moet overgaan in een regeling die past binnen het nieuwe pensioenstelsel. Deze regeling moet uiterlijk op 1 januari 2027 ingaan. Voorlopig is er dus genoeg werk aan de winkel.
Zeker als we kijken naar onze financiële situatie, want die is zeker niet florissant. Onze dekkingsgraad staat nog altijd onder druk; het risico van een pensioenverlaging ligt nog altijd op de loer. We begonnen 2020 met een dekkingsgraad van 101%. Toen de beurkoersen als gevolg van de coronacrisis gingen dalen, zakte onze dekkingsgraad naar 91%; dat was echt het dieptepunt. Gelukkig gingen de koersen ook weer omhoog, zelfs de rente steeg een beetje. Hierdoor eindigden we 2020 met een dekkingsgraad van 102%. Begin 2021 steeg de dekkingsgraad verder door, tot 108% op 30 april. Dat lijkt redelijk, maar we weten ook dat de dekkingsraad net zo snel weer kan dalen.’
‘Het nieuwe werken scheelt een hoop reistijd’
‘In het eerste kwartaal van 2020 leek de invloed van de coronacrisis op onze financiële situatie heel groot, maar uiteindelijk herstelden de beurskoersen zich waardoor de invloed beperkt bleef. Maar we moesten ineens wel op een heel andere manier gaan werken; net als iedereen natuurlijk. Ik had zelf al enige ervaring met video-vergaderen, dus dat was een voordeel. Toch moest iedereen er gewoon aan wennen. Ik ook.
Onze eerste vergadering met het BO was in april, enkele weken na het begin van de eerste lockdown. Gelukkig kende ik de leden van het BO al en had ik de mensen van De Nationale APF één keer fysiek ontmoet; dat laatste gold echter niet voor alle BO-leden. Inmiddels is iedereen wel gewend aan deze nieuwe manier van werken, het gaat nu hartstikke goed. Er zitten ook voordelen aan: je bent flexibeler en hebt geen reistijd meer. Dat laatste komt mij zeker heel goed uit: ik woon in Drenthe, De Nationale APF zetelt in Amsterdam. Ook via een scherm leer je elkaar uiteindelijk toch wel kennen. Ik kijk er wel naar uit om elkaar weer te ontmoeten. Brainstormen gaat bijvoorbeeld een stuk eenvoudiger in het echt dan via een video-scherm.’
‘De komende jaren is er voor ons voldoende te doen’
‘We streven naar een open relatie en goede samenwerking met het bestuur van De Nationale APF. Het bestuur neemt onze mening zeker serieus. We waken ervoor om als BO-leden op hun stoel te gaan zitten. Dat is soms lastig, omdat we bijna allemaal bestuurslid zijn geweest. We zijn één team, maar iedereen heeft daarin zijn eigen functie en rol. Via de vergadering van belanghebbendenorganen kunnen we overleggen met de belanghebbendenorganen van de andere kringen van de Nationale APF. Ik merk dat dit nu ook begint te werken en dat we kunnen profiteren van elkaars kennis en ervaring.
Voor ons is het nu van belang dat deelnemers overtuigd zijn dat de overgang naar De Nationale APF de beste oplossing was. Het eigen pensioenfonds had op lange termijn geen toekomst meer. Goede communicatie tussen het fonds en de deelnemers is daarom essentieel; dat is één van onze speerpunten. Daarnaast natuurlijk de nieuwe pensioenregeling vanaf 2022 en wat er daarna allemaal gebeurt rondom het nieuwe pensioenstelsel. Verder blijven we sturen op het beperken van de kosten. Ik zei het al: we hoeven ons niet te vervelen!’