Florens Voogd over een hectisch jaar met het Belanghebbendenorgaan

Florens Voogd is sinds maart 2018 (waarnemend) voorzitter van het Belanghebbendenorgaan (BO) van Kring K, de kring waarin de pensioenregeling van de AFM is ondergebracht. Florens is nu nog voorzitter, al werkt hij zelf niet meer bij de toezichthouder.

Florens heeft genoeg bestuurlijke ervaring. Zo was hij jarenlang bestuurslid van Pensioenfonds AFM. We vroegen hem hoe het BO functioneert, wat volgens hem beter kan en wat hij van de toekomst verwacht.

‘Als BO staan wij voor de belangen van de deelnemers van Kring K, zowel de actieven, de slapers als de gepensioneerden. We moeten de belangen van al deze groepen in de gaten houden. Als BO bepalen we onze eigen koers, en dus ook waar we onze aandacht op richten. Alleen dan kunnen we de belangen van de deelnemers goed behartigen.

Want uiteindelijk doe je het allemaal voor het pensioen van de deelnemers. De groep deelnemers is heel divers. Zo is er een klein aantal deelnemers dat nog elk jaar recht heeft op onvoorwaardelijke indexatie. Dat is een steeds kleiner wordende club, maar we moeten ook met hún belangen rekening houden.’

‘We geven gevraagd én ongevraagd onze mening’

‘Het BO heeft zeker invloed op het beleid van de Kring. Op belangrijke momenten kunnen we meebeslissen, en zo onze invloed laten gelden. Gevraagd én ongevraagd. We hebben als BO beslis- en goedkeuringsrecht. Kunnen we instemmen met bepaalde besluiten van het bestuur? Of moet het volgens ons net iets anders?

Ik hoef niemand uit te leggen dat 2020 een heel gek jaar was. Maar voor mij persoonlijk was het vooral een heel mooi jaar; vlak vóór de lockdown werd ik namelijk vader van mijn tweede zoon. Hartstikke druk dus. Tegelijkertijd speelden er vragen als: wat is het corona-effect op de dekkingsgraad? Komt er een beurskrach? Moeten we ons beleggingsbeleid aanpassen? De beurskoersen kelderden. Dus dat waren geen vreemde vragen.
In zo’n situatie is het grootste risico dat je overhaast iets anders gaat doen, omdat je in onbekend gebied bent beland. Je moet rustig blijven. Je hebt in normalere tijden een bepaald beleid opgesteld, en dit is het moment om dat je eigenlijk het beleid test. Een soort stresstest.’

‘De wereld op zijn kop, wij bleven rustig’

‘We hebben geen overhaaste beslissingen genomen. Het beleggingsbeleid is niet compleet omgegooid. Dat pakte goed uit, omdat de beurskoersen alweer snel een stijgende lijn lieten zien. We begonnen het jaar met een dekkingsraad van ruim 100%. De eerste maanden steeg de dekkingsgraad iets, maar toen kwam de pandemie en daalde de dekkingsgraad enorm. Ergens in mei was het dieptepunt: bijna 90%. Daarna begon de dekkingsgraad aan een stevige opmars; we eindigden 2020 met een dekkingsgraad van 101,7%. Dus hoger dan 100%, wat toch een soort ‘mentale grens’ is. Al moet de dekkingsgraad eerder richting de 105%.

‘Het BO heeft regelmatig contact met het bestuur’

Het BO overlegt elke maand met het bestuur van De Nationale APF. Die samenwerking verloopt goed. We zijn het natuurlijk niet altijd met elkaar eens, en daar moet ruimte voor zijn. Er is veel contact; we kunnen in vrijheid discussiëren, in een goede sfeer. Het kan ook leiden tot nieuwe acties die uitgezet worden. Dat maakt het voorzitterschap ook leuk: aanvoelen wat er leeft. En daar op inspelen, alles in juiste banen leiden.

Dat is elke keer weer een beetje zoeken. Want er is best veel verloop, binnen ons BO én bij het bestuur van de Nationale APF. Mijn oorspronkelijke plek in het BO is binnenkort ook vacant, omdat ik van baan ben gewisseld. Voor die plek zijn dan verkiezingen nodig onder de AFM’ers.’

‘We werken al efficiënter dan voorheen, maar het kan nog beter’

‘Het BO bespreekt elk jaar hoe we beter kunnen functioneren. Uit de laatste zelfevaluatie kwam dat het slagvaardiger en efficiënter kan, bijvoorbeeld door ons werk te verdelen via portefeuilles. Daar beginnen we inmiddels mee, we doen er ervaring mee op. Onze verwachting is dat we daardoor meer focus kunnen aanbrengen in de vergaderingen. Het is wel fijn als we snel een compleet BO hebben, want we hebben wel wat wisselingen gehad. Een nieuw lid vinden en inwerken kost toch tijd en energie.

En er is genoeg werk aan de winkel. Denk alleen maar aan het nieuwe pensioenstelsel. Welke beslissingen worden genomen? En hoe kunnen wij als BO daar op de juiste wijze bij betrokken zijn? De Nationale APF heeft de eerste stap gezet door een kennissessie te organiseren over het nieuwe stelsel. Dat was zeker nuttig, al moet er nog meer gebeuren.

Het pensioenakkoord is één van de portefeuilles die we verdeeld hebben. Die pak ik op samen met onze vice-voorzitter, Harman Korte. We zijn met name benieuwd naar de plannen en de planning van het bestuur. Kunnen we het volgen? Kunnen de belangen van de deelnemers in het gedrang komen? Dat zijn vragen die wij onszelf constant moeten stellen.

Het is goed deelnemers daar meer bij te betrekken. Daarom voeren we dit jaar een deelnemersonderzoek uit. We willen weten hoe zij bij voorkeur worden geïnformeerd. Maar ook wat deelnemers van ons verwachten en wat wij kunnen verbeteren. We doen het immers voor hen!’