-
Doel nieuwe pensioenregeling
De sociale partners streven ernaar om het pensioen op uw pensioendatum 75% te laten zijn van de gemiddelde pensioengrondslag, uitgaande van 40 dienstjaren. De pensioengrondslag is het deel van het salaris waarover u pensioen opbouwt.
-
Inleg in uw pensioen samen met uw werkgever
Net als nu legt u samen met uw werkgever geld in voor de opbouw van uw pensioen. In de nieuwe regeling blijft de inleg van u en uw werkgever gelijk. De totale inleg is 19% van het pensioengevend salaris. Uw inleg wordt door de werkgever elk jaar op 1 januari vastgesteld over het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. Het bedrag ziet u net als nu terug op uw salarisstrook.
Deze inleg is voor de opbouw van een pensioen voor uzelf, voor een pensioen voor uw partner en kinderen als u komt te overlijden en voor het geval u arbeidsongeschikt raakt. Uw werkgever houdt het bedrag dat u inlegt in op het bruto salaris, net als nu.
-
Pensioenleeftijd
Voor de berekeningen van het pensioenkapitaal gaan wij uit van een pensioenleeftijd van 68 jaar. Net als in de huidige regeling kunt u er in de nieuwe regeling voor kiezen om eerder of later met pensioen te gaan.
-
Keuzemogelijkheden
De keuzes die u kunt maken als u met pensioen gaat zijn in de nieuwe regeling dezelfde als in de huidige regeling. De keuzemogelijkheden zijn:
- Eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen. Of andersom.
- AOW-overbruggingspensioen
- Eerder met pensioen. Vervroeging is tot maximaal 10 jaar vóór de AOW-leeftijd toegestaan
- Later met pensioen. U kunt uw pensioen uitstellen tot maximaal 5 jaar na uw AOW-leeftijd.
- Het opnemen van een bedrag ineens op de pensioendatum. U kunt dan maximaal 10% van de waarde van het pensioen ineens ontvangen. Deze keuze moet wel nog wettelijk mogelijk worden gemaakt.
- Standaard is het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen op pensioendatum. Een andere keuze is mogelijk.
- Vrijwillige voortzetting risicodekking partner- en wezenpensioen. Dit moet wel nog wettelijk mogelijk worden gemaakt.
-
Inkomen voor uw partner als u overlijdt
De sociale partners willen dat er niet alleen een pensioen is voor u, maar ook een uitkering voor uw partner. Die uitkering is het partnerpensioen. Het partnerpensioen is een verzekering. Zolang u werkt bij McCain, zorgt die verzekering voor een partnerpensioen. Dit is 15% van het pensioengevende jaarsalaris op het moment dat u overlijdt.
Uw partner krijgt deze uitkering elke maand (elke maand 1/12de deel), zo lang hij of zij leeft. Ook is er nog een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000. Dit wordt uitgekeerd totdat uw partner de AOW-leeftijd bereikt.
Gaat u uit dienst en hebt u geen andere pensioenregeling? Dan loopt de verzekering voor het partnerpensioen maximaal 3 maanden door. Of langer, als u een WW-uitkering ontvangt. Daarna kunt u het partnerpensioen zelf blijven verzekeren. U betaalt dan zelf de premie hiervoor.
Hebt u een nieuwe baan? Dan hoeft u de verzekering meestal niet door te laten lopen als uw nieuwe werkgever ook een pensioenregeling heeft. Bij uw nieuwe werkgever is namelijk vaak ook een partnerpensioen verzekerd.
Op het moment dat u met pensioen gaat, kunnen u en uw partner kiezen voor minder partnerpensioen en meer pensioen voor uzelf. Of juist voor meer partnerpensioen en minder voor uzelf.
-
Een uitkering voor uw kinderen als u overlijdt
Er is ook een maandelijkse uitkering voor uw kinderen als u overlijdt. Deze uitkering is 20% van het pensioengevend jaarsalaris en loopt totdat het kind 25 jaar wordt. Ook deze uitkering wordt per maand uitbetaald, elke maand 1/12de deel.
Gaat u uit dienst en hebt u geen nieuwe baan? Dan loopt deze verzekering ook maximaal 3 maanden door. Of langer, als u een WW-uitkering ontvangt. Net als het partnerpensioen kunt u de uitkering voor uw kinderen zelf blijven verzekeren als u uit dienst bent. U betaalt dan zelf de premie hiervoor. Het wezenpensioen wat u hebt opgebouwd in de ‘oude’ pensioenregeling blijft staan.
-
Wordt u arbeidsongeschikt?
Dan blijft u een kapitaal voor uw pensioen opbouwen. Maar u hoeft er niet zelf voor te betalen. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan leggen u en de werkgever voor het deel dat u nog werkt wel geld in voor uw pensioen. Net als nu.
-
We zetten het pensioen dat u hebt opgebouwd om
Het pensioen dat u tot de start van de nieuwe pensioenregeling hebt opgebouwd, wordt omgezet naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Het gaat om het pensioen voor uzelf en het pensioen dat u mogelijk hebt opgebouwd voor uw partner en uw kinderen. Bij het omzetten gaat geen geld verloren. We rekenen nauwkeurig uit wat de waarde is van het pensioen dat u hebt opgebouwd. Die waarde gaat over naar de nieuwe regeling.
-
Belangrijkste verschillen
In onderstaand overzicht hebben we de belangrijkste verschillen tussen de oude en de nieuwe regeling voor u op een rijtje gezet:
Oude regeling Nieuwe regeling Soort regeling Uitkeringsregeling (afspraak gemaakt over de hoogte van het pensioen). Premieregeling (afspraak gemaakt over de inleg voor het pensioen). Uw pensioen U weet nu hoeveel pensioen u later krijgt. Uw pensioen is meer afhankelijk van beleggingen. Hoe dichterbij uw pensioendatum, hoe meer zekerheid over de hoogte van uw pensioen. Premie inleg 19% van de pensioengrondslag 19% van de pensioengrondslag Inkomen voor partner als u overlijdt 70% van het bereikbare ouderdomspensioen (opbouwbasis). 15% van het pensioengevend salaris (risicobasis). Ook is er nog een tijdelijke partnerpensioen van € 5.000, uitkerend tot het bereiken van de AOW-leeftijd van de partner. Uitkering voor uw kinderen als u overlijdt 14% van ouderdomspensioen tot 18 jaar of bij studie of arbeidsongeschiktheid tot maximaal 27 jaar. 20% van het pensioengevend salaris tot 25 jaar. Excedent arbeidsongeschiktheids-pensioen Een aanvulling op de IVA-uitkering van de overheid. Dit geldt voor werknemers met een salaris boven de WIA-loongrens. In de nieuwe regeling vervalt dit.